MAIS EN KUILGRAS
Op het moment van schrijven rijpt de mais hard af. Zeker de mais die vroeg gezaaid is, is al bijna rijp en klaar om te worden gehakseld. De kwaliteit van de mais is over het algemeen goed. En datzelfde geldt voor het kuilgras.
Het seizoen begon met mooi, droog weer, waarbij we pas laat regen kregen. In juni is er voldoende neerslag gevallen, waarna het in juli en augustus weer droog werd.
Goed gevuld
Voordat de mais in de bloei kwam, is deze op verschillende plekken nog beregend.
De maiskolven op de drogere percelen zijn iets kleiner dan die op de wat nattere percelen. Water blijkt nog steeds de meest essentiële voedingsstof te zijn. Dit jaar is er redelijk weinig stress in
de mais, waardoor builenbrand en maiskopbrand weinig voorkomen. Een resistent ras helpt hier ook zeker bij.
Afrijpen
Mais rijpt de laatste weken ongeveer 3 procent per week af. Idealiter wordt deze geoogst als de kolf volledig afgerijpt is. Dan zijn de korrels in de kolf volledig hard en gevuld met zetmeel.
Op dat moment bevat de plant maximaal bestendig zetmeel, met de hoogste VEM, de reden dat mais geteeld wordt. Als het blad van de mais dood is, heeft langer wachten met hakselen geen zin meer. Het blad moet immers van suiker zetmeel vormen. Ook als de kolf gaat hangen, stopt de sapstroom en vindt er geen verdere afrijping meer plaats. De onderste bladeren van de mais gaan altijd dood. Dit komt door een tekort aan licht. Als de plant te ver doodgaat, is de mais slecht te verdichten in de kuil.
Conserveren
Een toevoegmiddel helpt om de kuil sneller te laten conserveren. Door meer bacteriën wordt het aanwezige suiker sneller omgezet in melkzuur, waardoor de PH sneller daalt en de conservering sneller voltooid is. Vanaf het moment dat de mais op de bult ligt tot het moment dat de kuil volledig geconserveerd is, treden er zowel droge stof als voederwaardeverliezen op. Door dit proces zo snel mogelijk te laten verlopen, treden er minder verliezen op. De kuil zo snel mogelijk luchtdicht afdekken helpt hierbij. De kuil 4 á 6 weken dicht laten om de conservering plaats te laten vinden is nodig. Zand op de kuil verdringt lucht. Dat helpt bij een goede conservering.
Voorkom broei
Om de kuil zes weken dicht te kunnen laten, kan het handig zijn om nu vast wat mais over te kuilen in een klein kuiltje. Let hierbij op dat ook deze even moet conserveren. Doordat de kuil los gemaakt wordt en weer zuurstof bevat, kan hij gaan broeien. Door de kuil twee à drie weken dicht te leggen, wordt broei voorkomen. Om broei tijdens het uitkuilen te voorkomen kan de bovenlaag behandeld worden met een broeiremmer. Dit kan kaliumsorbaat zijn maar ook zout. Kaliumsorbaat is minder geschikt voor droge koeien vanwege het hoge kalium. 1 kg zout per m 2 is een beproefde methode. Het gewas wordt als het ware gepekeld. Voldoende voersnelheid (minimaal 1,5 meter per week) en goed verdichten helpt het beste. De kuil dichtleggen met een afdekkleed in plaats van een zeil helpt ook. Het product kan dan ademen.
Graskuilen
Van de graskuilen van dit jaar komen de eerste uitslagen binnen. Over het algemeen zijn het goede kuilen. Het ruwe eiwit is mooi op peil en er zit voldoende suiker in met een mooie VEM. Wel zijn er wat nattere kuilen, waarbij het gras te laat de kunstmest heeft gehad. Dit is terug te zien aan een lage droge stof met een hoog nitraatgehalte. Om pensverzuring te voorkomen, moet het melkzuur rond de 20 gram/DS zijn. Melkzuur kan een koe namelijk niet direct opnemen, maar moet eerst omgezet worden in onder andere propionzuur. Een overmaat aan melkzuur verzuurt daarom de pens. Ook boterzuur is bij deze kuilen een aandachtspunt. Als deze kuilen worden gecombineerd met de latere snede past dit mooi bij elkaar. De pittigere eerste snede past mooi bij een wat rustigere, grovere snede.